Voorbij de e-learning

Met deze publicatie bieden we je leidende principes waarmee je veilig digitaal gedrag van de medewerkers in jouw organisatie bevordert. Kennis over cyberaanvallen is daarvoor belangrijk maar niet genoeg. Voor het verbeteren van veilig digitaal gedrag in jouw organisatie is dan ook meer nodig dan een bewustwordingscampagne of een verplichte e-learning. Herken je dat en wil je aan de slag met wat wel werkt?
Deze publicatie gidst je ernaartoe.

Doelgroep: Deze publicatie over het bevorderen van informatieveilig gedrag is voor CISO’s van organisaties die onder de Cyberbeveiligingswet (NIS2-richtlijn) vallen, die weten dat ze daarvoor meer moeten doen dan bewustwordingscampagnes, en graag willen weten hoe digitaal weerbare organisaties dat aanpakken. Daarnaast is deze publicatie relevant voor bestuurders en managers van organisaties die integraal aan de slag willen met digitaal veilig gedrag.

Deze publicatie is tot stand gekomen met bijdragen van: 

ASML, DWG, Digital Trust Center, Eneco, Secura, SURF, Universiteit Leiden.

Daarnaast hebben we input ontvangen van:  Avans Hogeschool, Saxion Hogeschool.

Achtergrond

Met de principes die we je in deze publicatie bieden, bouw je zelf een programma voor veilig digitaal gedrag. Dat is nodig want veilig digitaal gedrag is een belangrijke component van jouw digitale weerbaarheid. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Stress, vermoeidheid maar ook gebrek aan ondersteuning  vanuit de organisatie en vanuit de techniek zijn daar vaak de oorzaak van. Meestal ontstaat onveilig gedrag niet vanuit een bewuste intentie, vaker gaat het om handelen dat tijdsvoordeel oplevert of het werken vereenvoudigt.

Onveilig gedrag kan grote gevolgen hebben voor de informatiebeveiliging van organisaties. Zo kan het onbeheerd achterlaten van een laptop leiden tot een datalek of het gebruiken van eigen devices op het bedrijfsnetwerk het aanvalsoppervlak vergroten. Aanvallers weten dit en buiten dat uit door middel van een scala aan manipulatie- en misleidingstechnieken.

Wat is veilig gedrag?

Onder digitaal veilig gedrag verstaan we het herkennen, vermijden, tegengaan, melden of minimaliseren van informatiebeveiligingsrisico’s.

Veilig gedrag is een samenspel tussen kennis, sociale normen, organisatieculturele aspecten en strategische, tactische en operationele ondersteuning binnen de organisatie.

Digitaal veilig gedrag is onderdeel van de integrale veiligheid binnen de organisatie, waaronder ook fysieke veiligheid, sociale veiligheid en informatieveiligheid. Aspecten die elkaar beïnvloeden en dus niet los van elkaar staan. Omwille van de omvang van deze publicatie beperken we ons tot ‘digitaal veilig gedrag’. 

Principe1. Meten is weten

Een organisatie waar allerlei activiteiten zijn om veilig gedrag te bevorderen maar waar niet wordt gemeten, heeft geen beeld hoe het daadwerkelijk bijdraagt. Meten is weten, ook hier.
Waar moet je dan aan denken?

Principe 2. Baseer je op je risico’s

Gedragsprogramma’s zijn succesvoller als deze risicogestuurd zijn. Dat betekent dat je gedragsprogramma nauw aansluit op je risicomanagement.
Waar moet je dan aan denken?

Casus Focus op risico’s

Een grote organisatie in Nederland wil aan de slag met een gedragsprogramma. Hun eerdere awarenesstraining gaf niet het gewenste resultaat. Uit de analyse blijkt dat medewerkers weinig keken naar de online leeromgeving en dat het gros van de medewerkers vond dat de onderwerpen te algemeen waren.

De CISO besloot het over een andere boeg te gooien. Eerder heeft het bestuur een omvangrijke risicoanalyse gemaakt met circa twintig scenario’s die de organisatie ernstig kunnen schaden. De CISO komt, samen met het bestuur en managers van diverse afdelingen, tot de conclusie dat niet alle risico’s met gedrag zijn te adresseren. Bij een vijftal scenario’s is dat wel het geval en daarvan vinden zij dat er bij drie echt urgentie is. Het gaat om aandacht voor onbevoegd toegang, veilig versturen van vertrouwelijke data en de omgang met klantgegevens in de CRM-software.

De CISO komt met haar team en samen met managers van de verschillende afdelingen tot input voor het nieuwe gedragsprogramma. Zij richten zich primair op deze drie scenario’s. Ook schakelen zij een gedragswetenschapper in die hen helpt met het ontwikkelen van interventies.

Een van de ideeën is om fysieke, interactieve sessies te organiseren om het risico op onbevoegden te bespreken en het gewenste gedrag te oefenen. Dit idee kwam van een van de teamleiders. De sessie wierp zijn vruchten af, al werd duidelijk dat regelmatig herhalen nodig is.

Principe 3. De gehele organisatie moet mee

Veilig digitaal gedrag is van iedereen. Waar we vroeger nog wel eens naar de IT-afdeling keken als er ‘iets’ was gebeurd op dit vlak, weten we nu dat we met elkaar verantwoordelijk zijn voor een cyberweerbare organisatie.
Waar moet je dan aan denken?

Casus Phishingmail

Moet een bestuurder deelnemen aan een phishingtest voor de hele organisatie? Het gebeurt nog steeds dat de bestuurders vinden dat dat niet hoeft omdat een managementassistent hun e-mails afhandelt en waar ze wel zelf hun e-mail beantwoorden, menen nooit in een phishingmail te trappen. Gemiste kans! Hierdoor doe je alsof het jou als bestuurder niet kan gebeuren: op een verkeerde link klikken. Het kan echter iedereen gebeuren. Het gaat er om hoe je dan als organisatie reageert en hoe en wat je ervan leert. Dat is vele malen belangrijker dan uitdragen er echt niet in te trappen. Ook als je bestuurder of manager bent, je hebt een voorbeeldfunctie.

Principe 4. Laat de gedragswetenschap voor je werken

Gedrag is complex. We zijn niet de rationele wezens die we denken te zijn. Juist op het vlak van digitale weerbaarheid zien we de laatste jaren veel goede invloeden van de gedragswetenschap. Maak gebruik van de kennis die er inmiddels is.
Waar moet je dan aan denken?

Casus Dilemmasessie boardroom

Hoe maken we digitale weerbaarheid tastbaar voor de raad van bestuur? Dat was de vraag waardoor de afdeling security van een bedrijf in een van de vitale sectoren van Nederland een dilemmasessie organiseerde voor de bestuurders. In plaats van vertellen over mogelijke consequenties van een cyberaanval en dus inzetten op het vergroten van kennis, besloten ze het anders aan te pakken.

Drie scenario’s kreeg de boardroom voorgelegd met bij alle drie consequenties voor de respectievelijke portefeuilles van de bestuurders. Een interactieve dialoog over onder meer dilemma’s was het resultaat in plaats van een ‘zendsessie’ vanuit de afdeling security. De materie was niet langer abstract en ver weg maar kreeg een praktische lading met inzicht in kroonjuwelen, kritische processen, risico(bereidheid) en mogelijke consequenties voor het functioneren van de organisatie als geheel en voor de bestuurders individueel en als team als een cyberaanval onverhoopt zou ontaarden in een crisis.  

Principe 5. Maatwerk is een must

Het bevorderen van veilig gedrag is maatwerk. Organisaties opereren in een specifieke context, hebben medewerkers met verschillende achtergronden en kennen uiteenlopende uitdagingen en risico’s. Bovendien is aandacht voor informatiebeveiliging en cybersecurity niet het enige onderwerp op de drukke agenda’s van jouw medewerkers. Wil je dat je gedragsprogramma effectief is, dan is maatwerk een absolute must. Waar moet je dan aan denken?

Casus Diversiteit in gedragsprogramma’s

Een internationaal bedrijf in de robotica heeft medewerkers in Europa, Amerika en Azië. Dit bedrijf vindt het belangrijk dat medewerkers in het geval van een informatiebeveiligingsincident dit zo snel mogelijk melden. Een van de manieren om de drempel te verlagen was door het introduceren van een eenvoudige meldknop in de mailomgeving.

Daarnaast is er specifiek aandacht geschonken aan de diversiteit in culturen. In Europa ligt de nadruk sterk op het motiveren van de medewerkers door hen erop te wijzen dat zij onderdeel van de oplossing zijn wanneer zij tijdig melden. In Amerika en Azië werkte dit minder goed. Daar ligt de nadruk meer op het wegnemen van angst voor repressailes en duidelijke afspraken met het management over hoe om te gaan met incidenten. 

Principe 6. Het is een continu en integraal proces

Een gedragsprogramma is geen eenmalige exercitie. Werken aan gedrag is een veranderprogramma dat een doorlopend en integraal proces behelst. Door verschillende organisatieonderdelen daarin te betrekken, vergroot je de kans dat je programma effectief is.
Waar moet je dan aan denken?